Ik ging altijd vroeger naar school, zodat ik nog tijd had om touwtje te springen en te elastieken. Touwtje springen vinden Peter en ik nog steeds erg leuk. Vooral de hoges; dat is dat je twee keer draait en een keer springt. Alleen houd ik dat niet meer zo lang vol als vroeger.
Toen ik vijf was mocht ik op de plaatselijke gymclub. Ik had het daar erg naar mijn zin. Hier zie je mij op de foto tijdens de jaarlijkse optocht op Koninginnedag in het officiële gymtenue. Op de tweede foto zie je mij van de kast afspringen tijdens de jaarlijkse uitvoering van de gymclub op Koninginnedag. Toen ik zes jaar was won ik een gouden medaille met ringenzwaaien. Daar was ik erg trots op.
Ook als juf heb ik altijd bewegen gestimuleerd. Bewegen bij liedjes. Bewegen bij het leren tellen (bijvoorbeeld evenveel stappen, als dat ik klap). Bewegen voorafgaand aan het schrijven in groep drie. Links/rechts bewegingen die het schrijven bevorderen. Deze oefeningen zijn met name ook goed voor mensen met Parkinson.
En natuurlijk de gymnastieklessen. Ook mijn kinderen heb ik altijd gestimuleerd te gaan sporten. Goed voorbeeld doet goed volgen. Ze hebben veel plezier in tennis, volleybal en zelfs curling. Nu Peter mijn vriend is, moet ik mezelf er meer toe zetten om te gaan bewegen. We proberen zoveel mogelijk mee te doen met Nederland in Beweging. Dat is elke dag op T.V. op Nederland 1 van 9.15 uur tot 9.30 uur. Er zit een warming-up bij en een speciale spieroefening, bijvoorbeeld voor de buik of de rug. En als laatste meestal een ontspanningsoefening. Ik vind de oefeningen heel geschikt voor mensen met Parkinson omdat er meestal een moeilijke en een makkelijke vorm is. Je kunt dan kiezen.
Na Nederland in Beweging kan ik meestal gemakkelijker nog iets actiefs doen, omdat ik wat losser ben geworden. Ze voelen dat daar waarschijnlijk goed aan, want direct daarna worden meestal tips gegeven om meer te bewegen. Bijvoorbeeld een leuke wandeling of er wordt een (onbekende) sport centraal gesteld. Ik denk dat veel bewegen van jongs af aan voor iedereen goed is. Zeker ter afwisseling van zittend werk.
Je hebt plezier. Je leert goed plannen, want ik heb zelfs tijdens mijn examenperioden op de HAVO en het HBO nog nooit een enkele gymles of volleybaltraining gemist vanwege mijn studie. Je krijgt meer zelfvertrouwen omdat je ergens goed in bent. Je krijgt meer sociaal contact. Het is goed voor je lichaam. En wat je jong hebt geleerd, daar kun je later, als je wat ouder wordt, mee doorgaan.
Dit laatste is heel erg belangrijk voor mensen met Parkinson. Je hebt dan de neiging om minder en langzamer te gaan bewegen. Vooral tijdens de off periode. Als je dan ergens goed in bent of veel ervaring hebt, doe je dat makkelijker en stimuleert dat om toch te bewegen.
Dus: Jong geleerd, oud gedaan!
Heidi en Peter
Bron: Parkinsonplaza