Kauw- en slikstoornissen alsmede speekselvloed en speekselverlies zijn vervelende klachten die bij mensen met Parkinson, met name in de gevorderde fase van de ziekte, kunnen optreden. De oorzaak hiervan ligt in de afname van automatische bewegingen (hypokinesie) en toegenomen stijfheid (rigiditeit), die kenmerkend zijn voor de ziekte en ook in de kauw- en slikspieren voorkomen. Het kauwen en slikken gaat langzamer en voedsel blijft lang in de mond voordat het wordt doorgeslikt. Ook het restloos wegslikken van vast voedsel gaat moeizamer. Hierdoor kun je je gemakkelijker verslikken, waardoor zelfs een longontsteking kan ontstaan.
Klachten van speekselvloed en speekselverlies kunnen beginnen met het gevoel dat er meer speeksel is, dat wil zeggen dat speeksel zich in de mond ophoopt. Het verliezen van speeksel treedt op wanneer ook de mondsluiting tekortschiet. De oorzaak voor overmatige speekselvloed ligt niet in een toegenomen productie van speeksel, maar in een verminderde en vertraagde activiteit van de spieren in de hals en mond-keelholte waardoor het speeksel minder vaak (en minder goed) wordt weggeslikt. Daarnaast kan een meer voorovergebogen houding en het tegelijkertijd uitvoeren van een andere activiteiten (dubbeltaken) een rol spelen. Speekselvloed is niet alleen een sociale handicap. Doordat speeksel ook een beschermende werking heeft tegen infecties in de mond, kan het stilstaan van speeksel in de mond (stase) deze werking verminderen en kunnen er gemakkelijker (schimmel)infecties in de mondholte optreden.
Behandeling
Omdat bewegingsarmoede kan beteken dat de Parkinson medicatie niet optimaal werkt, is het verstandig om te kijken of er een relatie is tussen de Parkinson medicatie en het optreden van de speekselvloed en slikproblemen. Heeft u bijvoorbeeld met name problemen met slikken als u toe bent aan de volgende dosis medicatie? Dan kan het zinvol zijn om het medicatie schema aan te passen. Een logopedist kan samen met u beoordelen waar de problemen liggen en welke oplossingen daarvoor aan te reiken zijn (zie ook logopedie ).
Voor de behandeling van speekselvloed zijn er medicijnen beschikbaar die de speekselklieren als het ware blokkeren. Deze middelen worden door ouderen (met name met cognitieve problemen) slechter verdragen door mogelijke bijwerkingen (zoals slechter zien, obstipatie, niet goed kunnen uit plassen, versnelde hartslag en verwardheid). Bij de ziekte van Parkinson wordt dan ook vooral gekozen voor glycopyrronium en atropine druppels. Meer invasieve behandelingen zijn behandeling met botuline toxine injecties (zie ook de folder), bestraling op de speekselklieren (radiotherapie) en chirurgische behandelingen. Omdat al deze behandelingen het doel hebben om de speekselproductie te verminderen kan een droge mond (wat het slikken kan bemoeilijken) een vervelende bijwerking zijn. Omdat er geen goede vergelijkende onderzoeken zijn gedaan, is er geen behandeling aan te wijzen die de voorkeur verdient boven de anderen. Daarom is het goed om samen met je neuroloog (en eventueel logopedist) te bepalen welke behandeling voor jou van toepassing zou zijn.
Geef een antwoord
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.