’s morgens het meest. Bij andere is het beven ’s avonds het ergst. Vaak is het beven van een hand of beide handen het eerste verschijnsel van de ziekte van Parkinson. De vingers maken kenmerkende bewegingen – zoals bij geld tellen, spinnen of pillen draaien – waarbij de duim en de wijsvinger regelmatig langs elkaar heen en weer worden gewreven. Maar het beven kan ook meer in de pols optreden en dan lijkt het eerder op de beweging die men maakt bij slagroomkloppen.
Meestal begint het aan één kant
Het beven kan zich aan beide handen voordoen, maar zich ook beperken tot één hand. Als het beven enkelzijdig begint, zoals meestal het geval is, kunnen de klachten soms jarenlang enkelzijdig blijven. Maar uiteindelijk zullen er ook verschijnselen aan de andere lichaamshelft ontstaan. Er blijft dan overigens wel altijd een verschil tussen rechts en links.
Bij mevrouw Dijkstra begonnen de klachten toen ze pas 52 jaar was. Haar rechterhand begon af en toe iets te trillen, zomaar, als ze rustig televisie zat te kijken. ‘Niet op letten, dacht ik, het zal wel van de overgang komen. Niemand die het ziet als ik met mijn linker- de rechterhand vasthoud. Maar na enige tijd begon het me op te vallen dat ik mijn rechterschouder niet meer zo goed kon bewegen. Hij leek wel stijf te zijn geworden. Ook de kracht in mijn arm was minder geworden en ’s nachts deed mijn schouder pijn. Uiteindelijk ben ik toch maar eens naar de huisarts gegaan, maar die kon niets vinden. Met mijn idee dat het wel eens van de overgang kon komen was hij het wel eens. Ik moest het nog maar eens aankijken. Maar het werd er niet beter op, eerder slechter. Tot mijn man het welletjes vond en we beiden opnieuw naar de huisarts gingen. Nee, het leek hem nu ook wel wat te veel om aan de overgang te wijten. Opvliegers had ik trouwens ook al lang niet meer. Mijn huisarts verwees me naar een neuroloog en die constateerde al vrij snel dat ik de ziekte van Parkinson had. Hij heeft mij medicijnen voorgeschreven die goed hielpen. Eigenlijk gaat het nu wel weer, al zal ik volgens mijn neuroloog altijd medicijnen moeten gebruiken. En dat is iets waar ik, nu ik geen last meer heb, nog steeds niet helemaal aan gewend ben.’
Ongeveer twee jaar geleden kreeg mevrouw De Vries als ze zat last van een trillende rechtervoet. Als ze ging lopen stopte de trilling. Soms had ze ’s nachts in bed last van pijn in die voet. Aanvankelijk dacht de huisarts dat de klachten te maken hadden met een doorgezakte voet. Maar de door hem voorgeschreven steunzolen hielpen haar niet van haar klachten af. Integendeel, de stijfheid en het beven kropen als het ware omhoog tot in het bovenbeen. Ook werd mevrouw De Vries steeds sneller moe, zelfs zo dat gewoon boodschappen doen of het huis schoonmaken een steeds zwaardere opgave werd. ‘Toen bij mijn zus de ziekte van Parkinson werd vastgesteld, heb ik mijn huisarts gevraagd of ik naar een neuroloog mocht gaan. Na drie bezoeken aan het ziekenhuis werd vastgesteld dat ik inderdaad ook aan de ziekte van Parkinson leed. Inmiddels slik ik nu een maand medicijnen en kan ik bijna alles wat ik voorheen kon weer gewoon doen.’
Soms beginnen de klachten in de benen
Een enkele maal begint het beven aan een van beide benen of voeten. Ook pijn of stijfheid van een voet kan het eerste verschijnsel van de ziekte van Parkinson zijn.
In rust is het beven erger
Het duidelijkst is het beven, wanneer het desbetreffende lichaamsdeel, bijvoorbeeld de handen, ontspannen zijn en niet ergens bij gebruikt worden. Men spreekt daarom van een rusttremor. Zodra de hand een doelgerichte beweging gaat uitvoeren, verdwijnt of vermindert het beven. Tijdens de slaap is het beven niet aanwezig.
Meestal verergert het beven bij inspanning of onder invloed van een drukke omgeving of emoties. Bij sommigen komen de bevingen alleen voor tijdens emoties, zoals spanning, blijdschap of verdriet.
Soms ontbreekt het beven
Hoewel het beven het meest in het oog springende verschijnsel van de ziekte van Parkinson is, heeft niet iedere parkinsonpatiënt er last van. In ongeveer een op de drie tot vier gevallen is er geen tremor. Er is dan alleen sprake van traagheid van bewegen en spierstijfheid. Dit wordt wel de hypokinetisch-rigide vorm van de ziekte van Parkinson genoemd. Het ligt voor de hand dat er in zo’n geval minder snel aan de ziekte van Parkinson wordt gedacht, dan wanneer er duidelijk sprake is van bevingen.
In het begin van de ziekte kan het beven ook slechts als een soort inwendig trillerig gevoel ervaren worden, terwijl er uiterlijk (nog) helemaal geen trillen valt waar te nemen.
Geef een antwoord
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.