Visusproblemen bij parkinson

Het zien is belangrijk voor het dagelijks functioneren. De ziekte van Parkinson kan het zien nadelig beïnvloeden, daarom is het van belang dit vroegtijdig te onderkennen.

Veel voorkomende problemen zijn:

Droge ogen

Dit geeft een branderig, zand gevoel in de ogen. Soms zijn de ogen rood, tranend en zitten ze dichtgeplakt in de ochtend. Om de ogen te beschermen tegen uitdroging, knipperen mensen regelmatig met hun ogen. Door de verminderde knipperfrequentie bij mensen met de ziekte van Parkinson  maken de ogen minder traanvocht aan, waardoor er droge ogen kunnen ontstaan. Soms kan dit zich ook uiten als een ontsteking van de oogleden.  Medicatie kan hier tevens een rol spelen. Kunsttranen kunnen soms helpen.

Diplopie

Dit betekent dat er sprake is van dubbelzien, de beelden worden naast elkaar of boven elkaar gezien. Bij de mensen met de ziekte van Parkinson komt dit vaak door convergentie-insufficiëntie. Wanneer we op korte afstand naar een voorwerp kijken, richten beide ogen zich richting de neus om dit voorwerp enkel te zien. Deze beweging noemen we ‘convergeren’. Het vermogen tot convergeren is belangrijk om dichtbij scherp te kunnen stellen, bijvoorbeeld om goed te kunnen lezen, schrijven, werken op de computer of te kunnen handwerken. De convergentie noemt men ‘normaal’ als deze beweging van de ogen tot op het puntje van de neus kan worden uitgevoerd. Lukt dit niet of heeft men hier moeite mee, dan spreken we van convergentie-insufficiëntie. Het is dan moeilijker om vloeiende oogbewegingen te maken, waardoor snel focussen lastig en vermoeiend kan zijn. Lezen kan hierdoor bijvoorbeeld moeilijker of vermoeiender zijn.                                                                                      

Verminderde contrastgevoeligheid en kleurenzien

Met contrast worden verschillen in kleurintensiteit bedoeld die gelijktijdig in het gezichtsveld aanwezig zijn. Bijvoorbeeld zwarte letters op wit papier. Hoe groter het contrast, hoe beter de letters te lezen zijn. Het kan zijn dat de ogen moeite hebben om zich aan verschillende lichtsterkten aan te passen. Het is dan moeilijker fijne patronen te onderscheiden. Er kunnen problemen zijn met lezen en verwerken van beelden. De gedachte is dat dit komt door vermindering van dopamine in het netvlies (de retina), waardoor deze minder goed functioneert.

Natuurlijk komen er ook oogproblemen voor die los staan van de ziekte van Parkinson. Het is van belang op tijd gerichte hulp in te schakelen. Dit kan bestaan uit de neuroloog, de huisarts, de oogarts, de orthoptist of de opticien.

Handige links

• Revalidatie en advies bij visuele beperkingen: www.visio.org
• Informatie over verschillende oogaandoeningen: www.oogartsen.nl